‘Ons pa is ooit begonnen achter in een schuurtje. Eerst halve dagen, maar al snel ging hij weg bij zijn baas en begon voor zichzelf. Binnen een jaar was het bedrijf zo gegroeid, dat hij het niet meer alleen afkon. Hij had het gewoon veel te druk en vroeg mij of ik niet bij hem wilde komen werken. Ik werkte als busbouwer, maar heb uiteindelijk toch ‘ja’ gezegd. En daar heb ik nooit spijt van gehad.’
Inmiddels heeft de derde generatie Van Herk zich in de machinefabriek gemeld. Zoon Tony is één van de vier medewerkers en draait gewoon volledig mee. Natuurlijk is het afwachten of hij op termijn zijn vader wil en kan opvolgen, maar Van Herk senior is best tevreden over hem. ‘Hij heeft dezelfde streken als ik. Haha! Maar hij wil wel luisteren en iets leren. En dat is wel heel belangrijk in dit vak. Je hebt te maken met hele dure precisieapparatuur en een duizendste millimeter verschil kan betekenen dat je helemaal opnieuw moet beginnen. Bovendien is de klant vaak ook gebonden aan levertijden, dus je moet snel, nauwkeurig en efficiënt werken.’
Machinefabriek Van Herk vervaardig voornamelijk machineonderdelen en mechanische samenstelling voor uiteenlopende industrieën. ‘Je moet dan denken aan bijvoorbeeld medische apparatuur, off shore, automotive, busbouw en zwembaden. Heel breed dus. Het gaat geregeld om onderdelen die van wezenlijk belang zijn in een bepaald apparaat of bepaalde machine. Dan mogen geen fouten worden gemaakt. En de klant is koning. Hij bepaalt. Er is hier niet snel iets ‘onmogelijk’. Onze vakkennis en goede, deskundige medewerkers maken het verschil.’
Het uitgangspunt van Van Herk is om met een relatief kleine groep medewerkers zo veel mogelijk machines draaiende te houden. Naast vier vaste krachten, onder wie ikzelf, is het ook mogelijk om zogenoemde ‘leenkrachten’ in te huren, maar dit doen we alleen maar als we het werk écht niet meer zelf aankunnen. Ik mag echter wel zeggen dat ik enkele vakmensen in dienst heb, die bereid zijn om af en toe ook eens een tandje bij te steken. Dan is het ook mogelijk om extra te investeren in machines en automatisering.’
Toch realiseert ook Van Herk zich dat het niet meevalt om goed personeel te vinden in de metaalverwerkende industrie. ‘En het is echt een leuk en zuiver vak. Tachtig procent van wat we hier doen, gebeurt met computers. De stofjas die ik nu aan heb, is aan het einde van de week nog steeds niet smerig. En ik werk net zo hard mee! Dat vinden de klanten trouwens wel prettig. We zijn niet te groot, daardoor heel flexibel, en we komen onze afspraken na. Vandaar dat we veel vaste klanten hebben. Het heeft toch ook te maken met de ‘gunfactor’. En natuurlijk de kwaliteit die we leveren.’